Het vaandel

In het midden van het vaandel zien we Maria afgebeeld. De maansikkel onder haar voeten staat symbool voor kuisheid. De slang waar Maria op staat, verwijst naar de overwinning op de zonde. Boven Maria zien we nog twee heiligen: links de heilige Aloysius van Gonzaga (1568 -1591) en rechts de heilige Stanislaus Kostka (1550 -1568). Aloysius heeft in zijn handen een crucifix en een lelie. Het crucifix verwijst naar zijn vroomheid. De lelie staat symbool voor zuiverheid en reinheid. Ook Stanislaus heeft een kruis in zijn handen. Beide heiligen zijn beschermheiligen van de studerende jeugd. De lelie en de zonnebloem onder Maria, staan respectievelijk voor zuiverheid en gehoorzaamheid.

 

De vereniging

Het Jongenspatronaat is zeer waarschijnlijk opgericht in 1930. De opzet van deze congregatie is om de jongens die de lagere school gingen verlaten, vanuit de Kerk een goede begeleiding te geven op weg naar volwassenheid. De congregatie komt op zondagavond bijeen in het patronaatsgebouw. Tijdens de bijeenkomsten zijn er toespraken en lezingen van de geestelijk adviseur. Daarna vermaken de jongens zich met kaarten, dammen, schaken, sjoelen, voetbal en volleybal. Ook is er een kleine bibliotheek aanwezig.

Tijdens de oorlogsjaren is het patronaatsgebouw regelmatig in beslag genomen door de bezetters en ligt het verenigingsleven stil. Na de oorlog is het jongenspatronaat geen nieuw leven ingeblazen.