Ton van Lier geeft op grote hoogte uitleg over
de klokken op Open Monumentendag
Een van de drukbezochte onderdelen tijdens de expositie was op
zondag de beklimming van de kerktoren. Niet natuurlijk via de
buitenkant maar gewoon via bijna 140 treden, zowel in beton als
via diverse ladders. Daar
helemaal bovenin werd door Ton van Lier, op zijn bekende
geestdriftige maar vooral goed onderbouwde wijze, uitleg gegeven
over:
“Het verhaal achter de
klokken”.
Dit zijn niet de klokken die in 1926 in deze toren zijn
gehangen. Een van de twee oorspronkelijke klokken was een
geschenk van de Poeldijkse familie Bom.
In de tweede Wereldoorlog is door de bezetter in 1941 een
inlevering van non-ferro metalen gelast. Iedere inwoner en
bedrijf moest zijn koper tin, brons, lood of legeringen
inleveren. Klokken, orgels en muziekinstrumenten vielen daar het
najaar van 1942 werden de klokken toch gevorderd. De bezetter
zou de klokken die met een “M” gemerkt waren sparen maar later
moesten ze er toch aan geloven. (Al
voor de Duitse bezetting van ons land had de rijksinspecteur
voor “ Bescherming van schatten van kunst en wetenschap” de heer
J. Kalf zich
gerealiseerd dat net zoals in de 1e wereld oorlog bij
een tweede oorlog, door de overheid klokken zouden kunnen worden
gevorderd, de waardevolle klokken te merken met de letter M. van
monument).
De bezetter gaf aan 30 NSB aannemers opdracht de klokken uit de
torens te halen en naar de verzamelplaatsen te vervoeren.
Zo ook in Poeldijk maar het kerkbestuur wilde niet dat deze
aannemers de klokken uit de toren haalden. Men was bang dat de
toren beschadigd zou worden want de aannemers gingen niet
zachtzinnig om met dat werk. Soms hakten ze een stuk uit de
toren. Een Poeldijkse aannemer heeft toen de klokken door de
luiken in de torenzolders omlaag laten zakken en daarmee is
ernstige schade voorkomen.
De vergoeding voor de klokken zou 75 cent per kg zijn.
Om toch de halve en hele uren aan te geven heeft het kerkbestuur
het Angelusklokje uit de kleine toren in de grote laten hangen.
Men kon dan toch, al was het niet zo luid, de klok laten slaan.
Het Angelusklokje luidde elke dag om twaalf uur om het z.g.
“Gebed des Heren” aan te kondigen.
Het luiden van de klokken voor kerk-,
trouw- en begrafenisdiensten was al in1940 door de
luchtbeschermingsdienst verboden.
Direct na de bevrijding is het klokkenfonds in het leven
geroepen. In de verslagen van het kerkbestuur staat dat de
parochianen ruimhartig geven. Op 1 oktober 1947 staat een bedrag
van fl. 5200,- in de boeken. In dat jaar werden er drie klokken
besteld. Op 12 oktober 1947 werd van de preekstoel afgelezen:
”Gisteren zijn de nieuwe klokken gewijd en zullen deze week in
de toren worden geplaatst”. Twee weken later werd de elektrische
installatie aangebracht die het handwerk van de koster zal
overnemen. Op 30 oktober 1947 maakt het kerkbestuur fl. 11206,30
over aan de leverancier van de klokken. Voor de geroofde klokken
werd door het rijk aan de parochie eind 1947 een bedrag van
fl.1690,- uitbetaald.
In een kranten knipsel uit het
Sursum Corda van 25 oktober 1947 stond over de klokken
het volgende:
Onze klokken.
Ik ben gegoten door Van Bergen uit Heiligerlee en ben geleverd
door Jongerius uit Amersfoort. 1945 Staat op de grote klok en
1947 op de twee kleinere. De kleinste weegt 300 kg met de toon C
en heeft het opschrift: ik heet Maria. De middelste weegt 475 kg
met de toon A. Mijn naam is: Josef. Ik ben de plaatsvervanger
van mijn broer die op onzachtmatige wijze door de Duitsers
tijdens de oorlog is vernietigd. De grote Klok weegt 975 kg met
de toon F en heeft het opschrift: Bartholomeus Uit dankbaarheid
schonk mij mijn parochie en ook de nieuw herleefde Maria en
Josef.
( Bij klokken wordt nooit het woord Sint gebruikt.)
De Bartholomeus- en de Mariaklok hebben beide een slagwerk, een
hamer slaat op de klok en de klok beweegt dan niet. Bartholomeus
slaat de hele uren en één kwartier. Maria slaat de halve uren en
ook één kwartier. Josef heeft geen slagwerk maar wel een
draaiwiel. (net als de andere 2 klokken).
Voor de gewone kerkdiensten luidt Bartholomeus en Maria.
Een elektromotor drijft een wiel aan die de klok heen en weer
beweegt waardoor de z.g.
“vallende klepel” tegen de binnenkant valt en de klok laat
luiden. (Een klok met vallende klepel heeft een mooier geluid
omdat de slag heel kort is en niet nagalmt).
Bij uitvaarten luidt Bartholomeus met de lage toon F. Op grote
feestdagen luiden
alle drie de klokken een mengeling van de tonen F, A en C.
De bezoekers weten nu waar de klepel hangt:
Binnen in de klok en niet als een vallende klepel aan de
buitenkant.
Het Angelusklokje is na de plaatsing van de drie nieuwe klokken
meegenomen door het bedrijf voor reparatie omdat er slijtage aan
was. Na verloop van tijd bleek bij navraag dat het klokje was
zoekgeraakt. Er is helaas nooit meer iets over vernomen.
Ton van Lier
Werkgroep Historie Bartholomeus Poeldijk
|